Met een offerboycot schiet niemand wat op… maar met een slachthuisboycot wél! Wat er geboycot moet worden zijn de slachterijen die offerdieren 'martelen' voor de halal slacht.

  • Opiniestuk | 1.425 woorden | geschatte leestijd: 8 – 10 minuten

Wie de oproep tot een offerboycot niet heeft meegekregen heeft de afgelopen tijd onder een steen gelegen. De oproep is gedaan door het Samenwerkingsverband Moskeeën Utrecht & Omgeving (S.M.U.O.), die in een online pamflet haar zorgen heeft geuit over het gebrek aan transparantie bij halal slachterijen. Het betreft een kwestie die de moslimgemeenschap al langer parten speelt, en waar grote onduidelijkheid én onenigheid over bestaat: de toepassing van bedwelming bij (offer)dieren.

“En wie de gewijde Tekenen van Allah (waaronder het offeren) eer bewijst; voorwaar, dat is (teken) van Taqwa (Godsvrees) in de harten” [22:32].

Bedwelming

Arnold kan zo aan de slag in een ‘halal’ slachthuis!

Zo zouden lammeren en geiten onder stroom worden gezet totdat ze het bewustzijn verliezen. De hersenen van runderen zouden tot moes worden geschoten door middel van een mechanisch of pneumatisch penschietpistool, dat qua formaat niet zou misstaan in een actiefilm van Arnold Schwarzenegger. In de periode dat de arme dieren bewusteloos of stervende zijn worden ze vervolgens halal geslacht. Dodelijk efficiënt maar tegelijkertijd (offer)dieronwaardig.

Dierenwelzijn

Anders dan door zogenaamde dierenliefhebbers wordt beweerd heeft bedwelming weinig tot niets met dierenwelzijn te maken. Eerder met puur winstbejag. De bedwelmingsmethoden zorgen er eenvoudigweg voor dat de veedieren sneller en gecontroleerder kunnen worden geslacht. Na de toepassing ervan ‘verstarren’ de dieren en/of raken buiten bewustzijn. Ze bewegen niet of nauwelijks meer (op wat ongecontroleerde bewegingen en stuiptrekkingen na), en vormen niet langer een gevaar voor de slachtmedewerkers.

Verder hoeft er – voor de verdere verwerking van het karkas – ook niet meer te worden gewacht totdat de doodstrijd is beslecht.

De dieren zijn immers al bedwelmd vóór de slacht: de slachthandeling en de daaropvolgende verbloeding zijn niet langer de oorzaak van het bewustzijnsverlies. De dieren zijn per slot van rekening óf buiten bewustzijn, óf in een comateuze toestand, óf creperen met de doodsrochel in de keel (afhankelijk van de diersoort en de toegepaste bedwelmingsmethode). Bijkomend voordeel is dat de dieren zichzelf niet langer kunnen bezeren of verwonden, met blauwe plekken en puntbloedingen als gevolg. De tijds- en kwaliteitswinst is daarmee groot: per uur kan er veel meer pluim-, klein- en grootvee worden geslacht. Tel uit je winst!

Marteling

Het idee dat een offerdier wordt gemarteld voordat de halal slacht plaatsvindt druist voor mijn gevoel in tegen het principe van offeren. Of nu een stroomtang of een schietmasker wordt gebruikt: marteling blijft marteling. Het enige verschil is de wijze waaróp een dier wordt gemarteld. Iedereen die wel eens een elektrische schok heeft gekregen weet dat elektrisering pijn doet. Zelfs het lichte schokje dat je kunt ervaren bij het aanraken van een metalen deurklink kan onaangenaam aanvoelen. Laat staan een krachtige schok die je in een staat van bewusteloosheid brengt. Dat een metalen pin die door je voorhoofd wordt geslagen geen prettige ervaring is… daar heb je geen énkele fantasie voor nodig. Het pijnigen van een dier vind ik daarom niet passen bij de profetische offertraditie.

Het is alsof je het offerdier ontdoet van zijn sereniteit en die vervangt door kwelling, pijn en stress. Is dit slachten op de beste wijze? Is dit offeren op de beste wijze? I rest my case.

Gelukkig (!) ligt de keuze uiteindelijk bij de halalconsument. Want of bedwelming nu wél of niet halal wordt verklaard (de meningen hierover lopen uiteen), je bent en blijft de baas over je eigen portemonnee. Sommige halalconsumenten zullen hun schouders nonchalant ophalen en met hun keuze de vleesindustrie stimuleren door te gaan op het ingeslagen pad. Totdat het moment daar is dat de authentieke halal slacht nergens meer wordt toegepast, want die moslims eten immers toch altijd alles. Het maakt niet uit wat je ze voorschotelt. Anderen zullen hun hakken in het zand zetten en zeggen, tot hier en niet verder. Wij willen halal zoals het hoort, en anders niet.

Offerboycot

In dat licht moet de oproep dan ook worden bezien. Hoewel ik gecharmeerd ben van het initiatief gaat mij een volledig offerboycot een stap te ver.

Het is alsof je de benen amputeert van een patiënt die klaagt over voetschimmel. Van de jeuk heeft hij inderdaad geen last meer, maar hij zet er geen stap verder mee.

Het is simpelweg ook niet zo dat in álle slachterijen bedwelming wordt toegepast. Er zijn genoeg (islamitische) slachthuizen waar offerdieren niet onder stroom worden gezet of door hun kop worden geschoten. Daar komt bij dat, als de halalwaardigheid werkelijk in het geding is, een volledig vleesboycot een gepastere maatregel is. Want of het nu gaat om kip, kalkoen, lam, schaap, geit, kalf of rund: tegenwoordig wordt bij álle soorten halal dieren bedwelming toegepast. Van elektrisch waterbad- tot CO2-bedwelming, van stroomtang tot het penschietpistool.

Met dit gegeven in het achterhoofd moeten – als je de gedachtelijn van de rechtvaardiging van het offerboycot doorzet – álle halalconsumenten per direct hun vleesconsumptie staken, koelkasten en vrieskisten leeghalen en al hun vleeswaren in vuilcontainers storten: aangezien het gebod om halal te eten zich niet alleen beperkt tot de offerperiode.

Die stap wordt echter niet gezet. Wat dan overblijft is symboolpolitiek en daar leent de offertraditie zich niet voor. Trouwens, hetzelfde geldt voor de vleeshandelaren: gelijke monniken, gelijke kappen. De in- en verkoop van twijfelachtige of haram vleeswaren is ook niet toegestaan. Indien je je daar wel mee bezig houdt dan kan je net zo goed hasj-dealer worden.

Consequenties

Over de consequenties van een offerboycot lijkt mij ook niet goed nagedacht. Het leven van een halal slager gaat niet over rozen. De vleesmarkt is hard en wispelturig. De concurrentie van supermarkten, vleesgroothandelaren (die volop experimenteren met het direct bedienen van de halalconsument) en andere prijsvechters – zoals online vleesleveranciers – is moordend. De vleesconsumptie is, met het toenemende gezondheids- en halalbewustzijn, niet meer wat het is geweest. De tweede- en derde-generatie moslim eet minder vlees, eet minder traditioneel en wil meer kwaliteit voor zijn geld. Ondertussen rennen de eigenaren van buurtsupers en islamitische slagerijen zich het snot voor de ogen: zeven dagen per week, met werkdagen van tien tot twaalf uur. Keihard werken voor een droge korst brood, want het slagersvak is absoluut geen vetpot.

De jaarlijkse offerperiode is dan ook meer dan welkom. Het Offerfeest is voor hen wat Pasen, Sinterklaas en Kerst is voor de Nederlandse ondernemers.

Een periode waarin achterstallige betalingen kunnen worden weggewerkt, en de halal slager weer wat kleur op zijn wangen kan krijgen. Het oproepen tot een offer- of vleesboycot op basis van vage vermoedens of om een Popie Jopie ‘signaal’ aan de vleesmarkt af te geven vind ik dan ook uiterst lichtvaardig. Dit betekent het failliet van onze zoons, broers, vaders en ooms, dikwijls eerste generatie gastarbeiders die hun best doen om op een eerlijke manier hun geld te verdienen. Moslims die er niet vies van zijn om hun handen uit hun mouwen te steken en ons diepste respect verdienen. Niets minder.

Dit soort klassieke, eerste generatie taalvondsten (foto: “ardapil” in plaats van aardappel) verdwijnen dan mogelijk ook uit het straatbeeld. Ik zal ze missen!

Doel voorbij

Met een offer- of vleesboycot wordt dus het doel voorbij geschoten. Eindverkopers worden onevenredig hard geraakt terwijl zij slechts vertrouwen op de getuigenis van de halal-certificerende instanties en/of de islamitische medewerkers van hun inkooplocaties. Daar is op zich weinig mis mee.

De getuigenis van een moslim heeft islamitisch-juridisch gezien een waarde. Als je bij je schoonouders gaat eten dan verklaar je de kip-tajine-schotel die ze gastvrij voor je neus neerzetten ook niet haram totdat het tegendeel is bewezen. Doe je dat wel dan word je hoogstwaarschijnlijk het huis uitgeschopt.

De kern van de problematiek ligt dus bij de zelfbenoemde halal-keuringsdiensten. Zij zijn degenen die de wegen naar de toepassing van bedwelming vrij hebben gemaakt. Zij zijn ook degenen die al die vleeswaren halal verklaren en voorzien van een halal-certificaat. Met een halfslachtig offerboycot blijven zij grotendeels buiten schot.

Slachthuisboycot

We kunnen echter onze ogen niet sluiten voor de misstanden die binnen de halalmarkt bestaan. Actie is vereist, nu meer dan ooit. De gulden middenweg is een slachthuisboycot. Zo worden de slachterijen die de oorspronkelijke halal slacht in ere houden financieel gesteund. De abattoirs die ervoor kiezen om offerdieren te ‘martelen’ krijgen zakelijk de rekening gepresenteerd. Hun marktaandeel zal nog sneller verdwijnen dan een ijsklontje onder een verzengende woestijnzon.

Creëer vanuit de moslimgemeenschap de vraag en het aanbod volgt vanzelf.

Volgend jaar bedenken mijne heren slachthuisdirecteuren zich wel drie keer voordat ze weer met de stroomtang of penschietpistool in de weer gaan. Want met een offerboycot schiet niemand wat op… maar met een slachthuisboycot wél!

Meer lezen? Like de Facebook-pagina van HALAL.BLOG en blijf up-to-date!

Attention: please select an email list or enter a custom form code to show an email form here!